21457 |
waarschuwen |
waarschuwen:
waarschouwen (Q102p Amby, ...
Q102p Amby),
waarschouwwe (Q102p Amby)
|
het attent maken op gevaar of nadeel dat men door een bepaalde oorzaak zou kunnen ondervinden [vermaan, waarschuwing] [N 85 (1981)] || waarschuwen [SGV (1914)]
III-3-1
|
21589 |
wacht |
wacht:
wach (Q102p Amby)
|
de taak om de kazerne te bewaken [vigilantie, wacht, faction] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20440 |
wachthouden bij een dode |
waken:
waake (Q102p Amby)
|
wachthouden bij een dode [waken] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20740 |
wafel |
wafel:
waffel (Q102p Amby, ...
Q102p Amby),
waffele (Q102p Amby)
|
wafel [SGV (1914)], [ZND 08 (1925)] || wafels [SGV (1914)]
III-2-3
|
32188 |
wagenmaker |
wagenmaker:
wāgǝmēkǝr (Q102p Amby)
|
De algemene benaming voor de vakman die karren, wagens en wielen vervaardigt en herstelt. Het woord stelmaker was ook bekend bij de respondenten uit Tegelen (L 270), Weert (L 289), Neer (L 294), Montfort (L 382), Limbricht (L 434), Genhout (Q 19b), Doenrade (Q 27), Oirsbeek (Q 33), Maastricht (Q 95) en Klimmen (Q 111). Het werd in de dialecten van die plaatsen echter niet gebruikt. Sommige zegslieden merkten ervan op dat het woord alleen in het zuiden van Nederlands-Limburg in plaatsen langs de Duitse grens gebruikelijk was. Reparaties aan de houten onderdelen van karren en wagens konden niet alleen door de wagenmaker, maar ook door de timmerman/schrijnwerker worden uitgevoerd. Zegslieden uit de volgende plaatsen gaven dit antwoord: Nederweert (L 288), Helden (L 291), Heythuysen (L 292), Bocholt (L 317), Horn (L 325), Bree (L 360), Gerdingen (L 360a), Gruitrode (L 366), Kessenich (L 370), Maasbracht (L 377), Montfort (L 382), Meeswijk (L 424), Stein (Q 15), Geleen (Q 21), Schinnen ( 32), Nuth (Q 36), Amby (Q 102), Berg en Terblijt (Q 103), Margraten (Q 192) en Vijlen (Q 208). Defecte metalen onderdelen van karren en wagens werden doorgaans door de plaatselijke smid hersteld. Dit was het geval in: Blerick (L 269), Houtblerick (L 269a), Tegelen (L 270), Venlo (L 271), Helden (L 291), Heythuysen (L 292), Urmond (Q 14), Stein (Q 15), Schinveld (Q 30), Brunssum (Q 35), Maastricht (Q 95), Sibbe (Q 101a), Amby (Q 102) en Wittem (Q 204). In Waubach (Q 117a) werd dit werk door een bankwerker gedaan. Die noemde men schlosser (šlø̜sǝr). Zie ook het lemma ɛkoudsmidɛ in wld II.11, pag. 2.' [N G, 1a; N G, 2; Lu 5, 18a-b; A 27, 18a-b; RND 77; L 34, 18; monogr.]
II-12
|
21162 |
wagon |
wagon (<eng.):
waggon (Q102p Amby)
|
een spoorwagen [wagon, cabine] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25214 |
wak in het ijs |
boors:
boors (Q102p Amby)
|
wak (in het ijs) [SGV (1914)]
III-4-4
|
17845 |
wakker |
wakker:
wakker (Q102p Amby)
|
Wakker: niet slapend (wakker, snuig). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19477 |
walm |
zwadem:
schzwaam (Q102p Amby)
|
dikke vettige damp of rook (walm, kwalm, blaak, zwalm, galm) [N 90 (1982)]
III-2-1
|
19475 |
walmen |
gasemen:
gāsəmə (Q102p Amby),
wasemen:
wāsəmə (Q102p Amby)
|
roken, walmen, gez. van een lamp [ZND 02 (1923)]
III-2-1
|