e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

Gevonden: 3110
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de tafel dekken dekken: dékke (Amby) tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1
de vier zijden van een bikkelbeentje recht (bn.): recht (Amby), zijde: zij (Amby) De vier zijden van zon beentje. [N R (1968)] III-3-2
de was blauwen (de) was blauwen: de wèsch bleien (Amby), blauwen: bleiwe (Amby) blauwen [ZND 08 (1925)] || blauwen [de wasch ~ ] [SGV (1914)] III-2-1
de was bleken bleken: bleikə (Amby) het bleken van wasgoed in de zon op een grasveld [DC 15 (1947)] III-2-1
de was invochten besprinkelen: met water  besprinkele (Amby) het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)] III-2-1
de was spoelen spoelen: schpeule (Amby) spoelen [SGV (1914)] III-2-1
de was stijfselen stijven: steͅi̯və (Amby) een hemd stijven [ZND 07 (1924)] III-2-1
de wintervoor ploegen wintervoor varen: [wintervoor] vārǝ (Amby) Als een akker niet gezaaivoord hoefde te worden voor wintergraan, werd hij in het najaar in brede, ondiepe voren omgeploegd of op walletjes gelegd. De grond kon dan in de wintertijd goed "uitvriezen" en het regen- en sneeuwwater beter opnemen. Bij het ploegen van de wintervoor werd ook wel mest oppervlakkig in de grond gewerkt. Voor het (...)-gedeelte van varianten zie men het lemma wintervoor. [N 11, 59a; N 11A, 110b + 113a + 137n; A 27, 24b; A33, 17; div.] I-1
deeg deeg: deig (Amby) deeg [SGV (1914)] III-2-3
deeg kneden kneden: knē̜jǝ (Amby), knęjǝ (Amby) Bepaalde grondstoffen t.w. bloem, gist, zout, vocht vormen het deeg. Eventueel worden er nog andere toevoegingen bijgevoegd. Dit deeg gaat men kneden om een massa te verkrijgen waarin de verschillende grondstoffen in de juiste verhouding zo volkomen en gelijkmatig mogelijk dooreengemengd zijn (Schoep blz. 90-91). Naast "kneden met de hand" komt voor "kneden met de voeten" of kneden met de deegmachine". De informant van L 428 merkt op dat "mengelen" het mengen der diverse ingrediënten inhoudt en het eigenlijk kneden ''knē̜jǝ'' is. In dit lemma wordt het object "deeg" niet fonetisch gedocumenteerd. Bij documentatie zou de meest voorkomende variant dęjx zijn geweest. Daarnaast zouden er nog varianten voorkomen als dēx, dē.x, dējx, dē̜k, dē.jx, tī.x, dījx, dix, dīx en di.x.' [N 29, 20b; N 6, 47; S 18; L 1a-m: monogr.; L 22, 41] II-1