e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

Gevonden: 3110
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een kuil graven een kuil graven: ən ko-jl grave (Amby) kuil, Een ~ maken (dappen). [N 84 (1981)] III-1-2
een miskraam krijgen miskraam krijgen: miskraom kriege (Amby) miskraam, Een ~ krijgen (opslagen, omslaan). [N 84 (1981)] III-2-2
een nachtmerrie hebben dromen: Meestal.  druime (Amby) Nachtmerrie; hoe vertaalt gij, fr. jai eu le cauchemar? [ZND 05 (1924)] III-1-2
een paar schoenen een paar schoenen: e paar sjoon (Amby) een paar schoenen [ZND 06 (1924)] III-1-3
een pak slaag geven aframmelen: aaframmele (Amby), afrossen: aafrosse (Amby) pak slaag geven (batteren, foeksen, foempen, juinen, kletsen, naaien, peren, rossen, smeren, vegen). [N 84 (1981)] III-1-2
een pak slaag krijgen slaag krijgen: sleig (Amby) hij zal strepen krijgen (een pak slaag) [ZND 07 (1924)] III-1-2
een sloot uitdiepen mooien: mau̯jǝ (Amby), mawǝ (Amby), schouwen: sxǫwǝ (Amby), uitdiepen: ūtdēpǝ (Amby), uitgraven: ūtgrāvǝ (Amby) Het uitdiepen of het op diepte houden van een sloot met behulp van een schop, hak, riek, krabber en een zeis. [A 10, 21; N 18, add.; monogr.] I-8
een verkoudheid hebben de snop hebben: iech hup te snŏp (Amby), het te pakken hebben: iech hup t te pakke (Amby) Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2
eend eend: ē̜nt (Amby), ęi̯nj (Amby) [JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.] I-12
eendenhok eendenhok: ēŋǝ(n)hǫk (Amby), ē̜ ̞ndǝ(n)hǫk (Amby) Afgeschotte ruimte in de stal, doorgaans vlak bij de kippenkooi, waar men eenden houdt. [A 10, 9j] I-6