e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nippen nippen: nippə (Amstenrade) Hoe noemt U: Met kleine beetjes drinken (pisen) [N 80 (1980)] III-2-3
nog niet uitgerezen deeg niet genoeg gegangen: nēt gǝnōx gǝgaŋǝn (Amstenrade) [N 29, 26a; monogr.] II-1
noten afslaan slaan: WBD\\WLD  sjlaon (Amstenrade) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] III-2-3
notenboom notenboom: -  noteboom (Amstenrade) okkernoot [DC 17 (1949)] I-7
notendop schaal: WBD\\WLD  sjààl (Amstenrade) De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)] I-7
nylonkous nylon: nylons (Amstenrade) nylonkousen [N 24 (1964)] III-1-3
oever kant: kant (Amstenrade), kàntj (Amstenrade) oever [DC 02 (1932)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] III-4-4
offerblok offerblok: òfferblók (Amstenrade) Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)] III-3-3
ogenblikje, korte tijd, eventjes moment: moment (Amstenrade), ogenblik: augeblik (Amstenrade) ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
okkernoot noot: -  noot (Amstenrade) okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] I-7