e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onwennig (voelen) zich nog niet gunnen: zich nòch neet gunnə (Amstenrade) nog niet op zijn gemak zijn in een nieuwe toestand [N 85 (1981)] III-1-4
ooft ooften: èùf (Amstenrade) ooft; Hoe noemt U: Appelen of peren, in schijven gedroogd (in de oven) [N 80 (1980)] III-2-3
oog kotten (mv.): Plat.  kodde (Amstenrade), oog: aug (Amstenrade), o.gə (Amstenrade) ogen [RND] || oog [DC 01 (1931)] III-1-1
ooglid deksel: dēksəl (Amstenrade) Ooglid - Als men de ogen sluit, gaat er iets dat men een klepje zou kunnen noemen, over het oog heen. Hoe noemt men dit klepje? [DC 39 (1965)] III-1-1
oogvuil (slaper) pips: pupsj (Amstenrade) vuil, Gedroogd ~ in de ooghoeken (slaper, slaap). [N 84 (1981)] III-1-1
oom nonk: bepaald aangeduid, dan komt de voornaam erbij, bijv. nonk Tis (oom Mathijs)  noͅŋk (Amstenrade) oom; Bestaan er verschillende woorden voor een oom van vaders- en van moederskant? [DC 05 (1937)] III-2-2
oor oor: oor (Amstenrade), u.ərə (Amstenrade) oor [DC 01 (1931)] || oren [RND] III-1-1
oorlel oorlel: oorlel (Amstenrade) oorlel [DC 01 (1931)] III-1-1
oorring oorbel: ōērbél (Amstenrade) zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 86 (1981)] III-1-3
oorveeg slag om de oren: sjláách óm də ōērə (Amstenrade) Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)] III-1-2