e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pronken stensen: [vgl. WNT: stensen, dwingen, pruilen]  sjténsə (Amstenrade) in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] III-1-3
pronkveer op een hoed veertje: véerke op de hood (Amstenrade) pronkveer op een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
proosten klinken: klinkə (Amstenrade) proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)] III-2-3
proppenschieter heulenteutschieter: /  heulenteutsjeter (Amstenrade), klapbus: klabbus (Amstenrade), proppenschieter: /  proppesjeter (Amstenrade) / [SND (2006)] || Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] || proppenschieter [SND (2006)] III-3-2
prostituée hoer: hôêr (Amstenrade) prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 86 (1981)] III-2-2
pruik pruik: prûûk (Amstenrade) kunstmatig vervaardigde haarbedekking, valse haardos [kalot, pruik] [N 86 (1981)] III-1-3
pruimen sjieken: sjĭĕkə (Amstenrade) pruimen; Hoe noemt U: Tabak kauwen (pruimen, sikken, sjikken) [N 80 (1980)] III-2-3
prutsen broddelen: bróddələ (Amstenrade), hannesen: hànnəsə (Amstenrade) ondegelijk of onvoldoende werk verrichten of ondegelijk aan iets werken [prutsen, fanneken, vrellen, prutten, dooieren, merelen, kloten, klooien, teutelen, zeuren, soeliën, hannesen, treuzelen, teuten, semmelen] [N 85 (1981)] || slecht, slordig werk leveren door onvoldoende kennis [broddelen, brodden, modderen, troddelen, figgelen, knoefelen, foefelen, krabben, fikkelen] [N 85 (1981)] III-1-4
prutser klotskop: klòtskòp (Amstenrade) iemand die onhandig is [kavveleuter, boerenklos, klos] [N 85 (1981)] III-1-4
prutswerk gebroddel: gəbróddəl (Amstenrade) slordig, slecht werk [geprös, kloterij, gekwansel, troddel] [N 85 (1981)] III-1-4