e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roepwoord voor de geit met, met, met: mɛt, mɛt, mɛt (Amstenrade) [N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.] I-12
roepwoord voor de jonge geit met, met: mɛt, mɛt (Amstenrade) [N 19, 74f; VC 14, 2m -r-] I-12
roerom roerage: rōēraesj (Amstenrade) a. Kent men in Uw dialect een woord als troet, postrou, ruierom, potjebuul, potjemeel of iets dergelijks als naam voor een gerecht, bestande uit meel, gekookt in water of melk, gegeten met stroop, vet of boter. Zo ja, hoe luidt het precies?; b. Zo niet, h [DC 32 (1960)] III-2-3
roest roest: ròs (Amstenrade) roest, rood- of bruingele bedekking die aan de oppervlakte van ijzer en staal ontstaat door verbinding met zuurstof, vooral in een vochtige omgeving [roester] [N 81 (1980)] III-4-4
rok als bovenkledingstuk bovenrok: baoverok (Amstenrade) rok als bovenkledingstuk [aoverrok, bovenrok, booveschort] [N 24 (1964)] III-1-3
rok van grove stof tiereteien rok: Van Dale: tieretein (<Ofr.), (veroud.) geweven stof met een linnen ketting en een wollen inslag. WNT: tieretein, tierentaeje rock.  teertéje rok (Amstenrade) rok van grove zware stof [teerteje rok, pels, tiejte sjort] [N 24 (1964)] III-1-3
rok: algemeen scholk: schölk (Amstenrade) vrouwenrok, kledingstuk dat van het middel af naar beneden hangt [rok, schort, schot, malbeusj] [N 24 (1964)] III-1-3
rokkussentje queue de paris (<fr.): keu de Paris (Amstenrade) kussentje waarmee men de rok naar achteren doet uitbollen [keu, keuje, vronk] [N 24 (1964)] III-1-3
rommelpot robbelspot: rubəlspoͅt (Amstenrade) De pot die met een (varkens)blaas is overspannen; door het midden ervan is een rietje gestoken dat men vochtig maakt en op en neer beweegt, wat de blaas in trilling brengt [rommelpot, hoeperpot, foeperpot, foekepot]. [N 88 (1982)] III-3-2
roodvonk roodvonk: rôêtvónk (Amstenrade) Roodvonk: epidemische, zeer besmettelijke ziekte waarbij het lichaam overdekt wordt met rode vlekken (roodjong, plan, St. Antonisvuur). [N 84 (1981)] III-1-2