e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schafttijd ungeren: øͅnjərə (Amstenrade) schafttijd [RND] III-3-1
schapestal, schaapskooi schaapsstal: šǭps[stal] (Amstenrade) De stal, doorgaans een apart gebouw, waarin de schapen overnachten. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie ook de plattegronden van de stallen in paragraaf 1.2. [L 38, 29; A 10, 9f; N 5, 105f; monogr.] I-6
schaterlachen schateren: sjáátere (Amstenrade) schaterlachen; inventarisatie gebruik [N 38 (1971)] III-1-4
schede metsschede: mètsschei (Amstenrade) schede, lederen ~ waarin een mes wordt bewaard [N 20 (zj)] III-2-1
scheel zien scheel kijken: sjéəl kīēkə (Amstenrade) Scheel zien: gebrek van de ogen waarbij de oogassen niet op eenzelfde punt gericht kunnen worden (scheel zien, blieken, een bloem op het oog hebben). [N 84 (1981)] III-1-1
scheen scheen: scheen (Amstenrade) scheen - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
scheermes scheermes: sjérmèts (Amstenrade) een mes waarmee men de baardharen afscheert [scheermes, schars, schors] [N 86 (1981)] III-1-3
schelm rekel: réékəl (Amstenrade) een persoon die allerlei streken uithaalt op een grappige manier en daarmee geen kwade bedoelingen heeft [kufer, rakker, rekel, schelm, dianter, loebas, brak] [N 85 (1981)] III-1-4
schenkkan bierkaraf: bierkraf (Amstenrade), karaf: kraf (Amstenrade), waterkaraf: waterkraf (Amstenrade) karaf in het algemeen [N 20 (zj)] || karaf; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden (bierkrachtje, jeneverkrachje); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
scherp luisteren scherp luisteren: sjèrrəp lōēstərə (Amstenrade) [N 84 (1981)] III-1-1