e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sukkelen sukkelen: sukkələ (Amstenrade) Sukkelen: aanhoudend ziek of niet gezond zijn, ziekelijk zijn (kwijpelen, plaaieren, op de sukkelbaan zijn, in het sukkelstraatje zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
taal spraak: sjpraok (Amstenrade) taal; datgene waarvan men zich bedient om zijn gedachte of gevoelens kenbaar te maken [taal, tong] [N 87 (1981)] III-3-1
tabakspruim sjiek: sjĭĕk (Amstenrade) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tabernakel tabernakel (<lat.): tàbernáákel (Amstenrade) Het tabernakel, het rijkversierd kastje (op het hoofdaltaar of op het sacra-mentsaltaar), waarin het Allerheiligste bewaard wordt. [N 96A (1989)] III-3-3
tafel tafel: tōͅfəl (Amstenrade) een houten tafel [Roukens 12 (1937)] III-2-1
tafelmes mets: mèts (Amstenrade) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tak (alg.) jarige scheut: WBD\\WLD  jèùrĭĕgə sjûût (Amstenrade), tak: tek (Amstenrade) (jonge) takken mv. [DC 41 (1966)] || Een twee- of meerjarige twijg (tak, spil, tekker). [N 82 (1981)] III-4-3
takken krijgen vertakken: WBD\\WLD  vərtàkkə (Amstenrade) Takken krijgen, gezegd van een boom (takken). [N 82 (1981)] III-4-3
tand tand: tand (Amstenrade) tand [DC 01 (1931)] III-1-1
tante tant: bepaald aangeduid, dan komt de voornaam erbij, bijv. tant Libet (=tante Elisabeth)  tant (Amstenrade) tante; Bestaan er verschillende woorden voor een tante van vaders- en van moederskant? [DC 05 (1937)] III-2-2