e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

Gevonden: 2103
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droog blijven overblijven: ūūvərblīēvə (Amstenrade) droog blijven, gezegd van het weer [overblijven] [N 81 (1980)] III-4-4
droog weer droog: trûûch (Amstenrade) droog [RND] III-4-4
droogdoek, theedoek schotelsdoek: schotelsdook (Amstenrade) de doek waarmee het afgewassen vaatwerk wordt gedroogd; zijn er verschillende soorten [DC 15 (1947)] III-2-1
drop drop: dròp (Amstenrade) drop; Hoe noemt U: Ingedikt sap, aftreksel van zoethout, drop (kalissie, drop) [N 80 (1980)] III-2-3
dropwater lakrits: lààkrits (Amstenrade) Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)] III-2-3
druilerig en koud weer nat (weer): naat (Amstenrade), nààt wèèər (Amstenrade), nat koud: nààtkout (Amstenrade), regenachtig (weer): rééngənèchtich (Amstenrade) nat [DC 02 (1932)] || nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] III-4-4
drukken duwen: dūūjə (Amstenrade) Drukken: iets aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen (drukken, prangelen, priegelen). [N 84 (1981)] III-1-2
drukte maken omstand maken: ómsjtènj máákə (Amstenrade) drukte maken, veel moeite doen meestal op luidruchtige wijze [omstand maken, spatsen maken, statie maken] [N 85 (1981)] III-1-4
drukte, gedoe omstand: ómsjtènj (Amstenrade) een overvloed van bezigheden, drukte [slemeur, trubbel, navegatie, begankenis, omstand, wiet] [N 85 (1981)] III-1-4
duimeling duimeling: duumeling (Amstenrade) hoesje of deel van handschoen dat ter beschermin van een gekwetste vinger wordt geschoven en aan de pols wordt vastgemaakt [sluif, sleuf, duimeling] [N 23 (1964)] III-1-3