e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

Gevonden: 2103
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hazelaar hazenotenstruik: -  assenootestroek (Amstenrade) hazelnoot - boom (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)] III-4-3
hazelnoot hazenoot: -  assenoot (Amstenrade) hazelnoot - vrucht (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)] III-4-3
hazenleger leger: WBD/WLD  léégər (Amstenrade) Hoe noemt u de vaste ligplaats van een haas (leger, lechter, pot) [N 83 (1981)] III-4-2
hecht van een mes metssteel: mètssteel (Amstenrade) handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)] III-2-1
heen en weer schuiven wiebelen: wiĕbbələ (Amstenrade) Heen en weer schuiven (winaauwen, wiemelen). [N 84 (1981)] III-1-2
heer prins: prîns (Amstenrade) heer [RND] III-3-1
heermoes kattenstaart: #NAME?  kattestart (Amstenrade), of kattestart  kattestoart (Amstenrade), kattestaart: katǝstart (Amstenrade) Equisetum arvense L. [DC 17 (1949)] || Equisetum arvense L. Zeer algemeen voorkomend onkruid uit de paardestaart-familie (Equisetum L.) op bouwland, grasland, tuinen en bermen met een rechtopstaande holle stengel, die geleed is en gemakkelijk uiteen te trekken. Op de grens van de afzonderlijke leden bevindt zich een krans van schubben, die de bladeren vertegenwoordigen. Deze sporenplant bloeit van april tot mei en varieert in hoogte van 10 tot 80 cm. In het algemeen bekender onder de familienaam paardestaart. L 214a: "De volksmond zegt dat onderaan de wortel van de katǝstart een gouden knøpkǝ zit." L 250: "Gedroogde blaadjes worden als medicinale thee gebruikt bij pijnlijke urinelozing." De samenstellingen met -staarts zijn verschoven vormen van staart; vergelijk het lemma Ploegstraat in aflevering I.1, blz. 62. [A 17, 5; A 49B, 4; monogr.] I-5, III-4-3
heibezem bezem: bessem (Amstenrade) bezem gemaakt van heitakjes (heiwasser, heibezem) [N 20 (zj)] III-2-1
heilig hartbeeld heilig hart: hijlich hàrt (Amstenrade) Een beeld van Jezus die zijn hart toont (H.Hart). [N 96A (1989)] III-3-3
heiligenbeeld beeld: beelde (Amstenrade) De beelden in de kerk, de kerkbeelden [beelde, bilde, fiegoere, sjtatoeë, hèlligebeelde, hilliejefijoere?]. [N 96A (1989)] III-3-3