e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L250p plaats=Arcen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: gromǝt (Arcen), grōmǝnt (Arcen), grǫmǝt (Arcen), nagras: nǫgrās (Arcen) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
narijs narijs: nǭrīs (Arcen) Na het bewerken en opmaken van het deeg kan de laatste rijs, de narijs, beginnen. Het deeg moet nog enige tijd rijzen in de bus, het blik, de rijskast, voordat het in de oven geschoven kan worden. Men moet bij de narijs erop leggen dat temperatuur en vochtigheid van de lucht voldoende zijn (Schoep blz. 102). Zowel een te lage als een te hoge temperatuur be√Ønvloeden het deeg ongunstig, terwijl de vochtigheid van de lucht ook niet te hoog mag zijn. Het verdient aanbeveling de narijs te laten geschieden in een afzonderlijke ruimte, waar men zowel de temperatuur als de vochtigheid van de lucht in de hand heeft. Volgens de informant van L 330 duurt de narijstijd een half uur. [N 29, 39b; N 29, 39a] II-1
nascharder naherker: nǭhɛ̄rkǝr (Arcen) Degene die het achtergebleven hooi bijeenharkt. [A 34, 4; add. uit N.14, 122] I-3
nasproeien uitwassen: uitwassen (Arcen) Water op de omgezette moutmeelresten brengen om ze nog eens te bewerken. [N 35, 40; monogr.] II-2
natuurlijke waterloop beek: bēk (Arcen) Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.] I-8
nauw, eng eng: ing (Arcen) nauw [SGV (1914)] III-4-4
nauwgezet; nauwgezet persoon secuur: səkŭŭr (Arcen) Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND] III-1-4
navel buiknagel: boeknagĕl (Arcen), bŏĕkná:gel (Arcen) navel [DC 02 (1932)] III-1-1
nawort nawort: nawort (Arcen) De vloeistof die de tweede keer uit het beslag gewonnen wordt. [N 35, 47; N 35, 40] II-2
neet, luizenei neet: neet (Arcen) neet [SGV (1914)] III-4-2