e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L250p plaats=Arcen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verbranden verbranden: vǝrbrandǝ (Arcen) Bij een te hoge oventemperatuur zal de korst, speciaal de bovenkorst, verkolen. [N 29, 66a; monogr.] II-1
verbruien verbruien: verbruje (Arcen) verbruien [SGV (1914)] III-1-4
verdacht verdacht: verdāch (Arcen) verdacht [SGV (1914)] III-3-1
verdieping verdieping: vərdeejping (Arcen) De verzamelnaam voor een horizontale laag in een huis tussen twee vloeren (verdieping, verdiep, stagie) [N 79 (1979)] III-2-1
verdriet; verdriet doen leed: lieəd (Arcen), verdriet: verdreet (Arcen, ... ) leed [SGV (1914)] || smart [SGV (1914)] || verdriet [SGV (1914)] III-1-4
verf verf: vɛrǝf (Arcen) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9
vergiet doorslag: doorlaag (Arcen), doorslaag (Arcen) Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)] III-2-1
vergoeden vergoeden: vergeuje (Arcen), vergooje (Arcen) vergoeden [SGV (1914)] III-3-1
verhaal vertelsel: vertelsel (Arcen) verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)] III-3-1
verhuizen verhuizen: vərhūūzə (Arcen) Van woning veranderen (verhuizen, overhuizen, overtrekken) [N 79 (1979)] III-2-1