20564 |
droesem |
drats:
drats (L250p Arcen)
|
droesem [SGV (1914)]
III-2-3
|
25699 |
drogen, vooreesten |
eesten:
eesten (L250p Arcen),
schwelken:
šwęlkǝn (L250p Arcen)
|
De kieming stopzetten door het groenmout te laten drogen in de wind of het groenmout onderwerpen aan een inleidend droogproces op de vooreest. Zie ook het lemma ''moutzolder, vooreest''. [N 35, 12; N 35, 19]
II-2
|
25128 |
droog weer |
droog:
dreug (L250p Arcen),
drûuch (L250p Arcen)
|
droog [DC 45 (1970)], [RND]
III-4-4
|
19656 |
droogdoek, theedoek |
schotelslet:
sxotəlslɛt (L250p Arcen)
|
de doek waarmee het afgewassen vaatwerk wordt gedroogd; zijn er verschillende soorten [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
25479 |
droogzolder |
droogoven:
dryǝchǭvǝ (L250p Arcen)
|
De zolder boven de oven. Uit de woordtypen "droogzolder", "droogoven", "meelzolder" en "bloemzolder" blijkt dat deze ruimte gebruikt wordt zowel om iets erin te drogen als om iets erin op te slaan. Volgens Weyns (blz. 66) wordt deze plaats ook wel benut voor het drogen van zaden en volgens de informant van Q 99* droogt men het metershout hierin. [N 29, 105c]
II-1
|
25126 |
druilerig en koud weer |
klam (weer):
klam (L250p Arcen, ...
L250p Arcen),
kwakkelweer:
kwakkelwêêr (L250p Arcen),
nat (weer):
naat (L250p Arcen),
’nne naate zomer (L250p Arcen, ...
L250p Arcen),
Opm. v.d. invuller: de a-klank van "pad", maar langgerekt.
nāāt (L250p Arcen),
ps. boven de Å staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.
nāt (L250p Arcen)
|
kil [SGV (1914)] || nat [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || wak weer [SGV (1914)] || zomer [een natte ~ ] [SGV (1914)]
III-4-4
|
25131 |
druipen van de regen |
druipen:
drūpen (L250p Arcen),
druppen:
hê’n drŭŭpt van de rĕgen (L250p Arcen, ...
L250p Arcen),
hê’n drŭŭpte van de rĕgen (L250p Arcen, ...
L250p Arcen)
|
droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)]
III-4-4
|
33525 |
druiventros |
druiventros:
droeventrōs (L250p Arcen)
|
druiventros [SGV (1914)]
I-7
|
19274 |
drukte, gedoe |
gedoe:
gedŏŏj (L250p Arcen)
|
gedoente [SGV (1914)]
III-1-4
|