e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L250p plaats=Arcen

Overzicht

Gevonden: 2266
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesp gesp: schoon mit ’n gasp (Arcen) gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] III-1-3
getatewaal gestramel: gestramel (Arcen), gestramele (Arcen) getatewaal (gebrekkig spreken) [SGV (1914)] III-3-1
getob; tobben gemartel: gemaartel (Arcen, ... ) gemartel [SGV (1914)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətrówdə vròw (Arcen) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuigen getuigen: getuuge (Arcen) getuigen [SGV (1914)] III-3-1
gevangenis gevangenis: gevangenis (Arcen) gevangenis [SGV (1914)] III-3-1
geven geven: gĕve (Arcen) geven [SGV (1914)] III-1-2
gevoelig (zijn) gevoelig: geveulig (Arcen) gevoelig [SGV (1914)] III-1-1
gewas gewas: gǝwās (Arcen) Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.] I-4
geweekt brouwgraan natte garst: natte garst (Arcen) Brouwgraan dat voldoende geweekt is en geschikt is om de kieming te ondergaan. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''kiemen''. [N 35, 17] II-2