21333 |
huurpenning |
meepenning:
miepenning (L250p Arcen)
|
huurpenning [SGV (1914)]
III-3-1
|
20429 |
huwelijk |
trouw, de -:
trouw (L250p Arcen)
|
huwelijk [SGV (1914)]
III-2-2
|
25153 |
ijs (alg.) |
ijs:
ies (L250p Arcen)
|
ijs [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
22756 |
ijsbaan |
slidderbaan:
slidderbaan (L250p Arcen)
|
Kinderen maken op de sneeuw of het ijs wel een gladde baan, door er telkens en achter elkaar overheen te glijden. Hoe noemt men deze baan in uw dialect? [DC 44 (1969)]
III-3-2
|
25157 |
ijzelen |
ijzelen:
iezele (L250p Arcen)
|
ijzelen [SGV (1914)]
III-4-4
|
32907 |
ijzeren gaffel, oogstgaffel |
gavel:
gāvǝl (L250p Arcen)
|
Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.]
I-3
|
21334 |
illustratie |
illustratie (<fr.):
illestratie (L250p Arcen)
|
illustratie [SGV (1914)]
III-3-1
|
19449 |
in de tuin werken |
in de hof werken:
in dən hoof werkə (L250p Arcen)
|
Een tuin verzorgen (in de hof werken, hovenieren, hoven) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18849 |
ingetogen |
stemmig:
stèmming (L250p Arcen)
|
ingetogen [SGV (1914)]
III-1-4
|
17701 |
ingewanden |
darmen:
därm (L250p Arcen)
|
ingewanden [SGV (1914)]
III-1-1
|