e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L250p plaats=Arcen

Overzicht

Gevonden: 2266
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kotelet, ribstuk karbonade: kaermenaai (Arcen) gebraden varkensrib (karbonade) [DC 30 (1958)] III-2-3
koud, mistig en somber weer donker (weer): dŏŏnker wêr (Arcen, ... ) donker [~ weer] [SGV (1914)] || weer [donker ~] [SGV (1914)] III-4-4
koude noordenwind, bijs koude wind: ’nne kalde wind (Arcen) koude [een ~ wind] [SGV (1914)] III-4-4
kous: algemeen hoos: hoas (Arcen) kous [SGV (1914)] III-1-3
kousenwol sajet: sajet (Arcen) Wollen garen voor het breien van kousen (saai, sajet) [N 79 (1979)] III-1-3
kouter kouter: kø̜.ltǝr (Arcen), kǫ.ltǝr (Arcen) Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.] I-1
kraag kraag: kregske (Arcen) Kraagje (verkleinwoord). [DC 58 (1983)] III-1-3
kraakbeen knoers/knors: knoers (Arcen) kraakbeen [SGV (1914)] III-1-1
kraaltjes kraaltjes: krɛlkəs (Arcen) kraaltjes [RND] III-3-2
kraanvogel kroenekraan: krooənekraan (Arcen) kraanvogel [SGV (1914)] III-4-1