32955 |
nagras, tweede hooioogst |
groe(n)maad:
gromǝt (L250p Arcen),
grōmǝnt (L250p Arcen),
grǫmǝt (L250p Arcen),
nagras:
nǫgrās (L250p Arcen)
|
De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.]
I-3
|
25592 |
narijs |
narijs:
nǭrīs (L250p Arcen)
|
Na het bewerken en opmaken van het deeg kan de laatste rijs, de narijs, beginnen. Het deeg moet nog enige tijd rijzen in de bus, het blik, de rijskast, voordat het in de oven geschoven kan worden. Men moet bij de narijs erop leggen dat temperatuur en vochtigheid van de lucht voldoende zijn (Schoep blz. 102). Zowel een te lage als een te hoge temperatuur beïnvloeden het deeg ongunstig, terwijl de vochtigheid van de lucht ook niet te hoog mag zijn. Het verdient aanbeveling de narijs te laten geschieden in een afzonderlijke ruimte, waar men zowel de temperatuur als de vochtigheid van de lucht in de hand heeft. Volgens de informant van L 330 duurt de narijstijd een half uur. [N 29, 39b; N 29, 39a]
II-1
|
32963 |
nascharder |
naherker:
nǭhɛ̄rkǝr (L250p Arcen)
|
Degene die het achtergebleven hooi bijeenharkt. [A 34, 4; add. uit N.14, 122]
I-3
|
25746 |
nasproeien |
uitwassen:
uitwassen (L250p Arcen)
|
Water op de omgezette moutmeelresten brengen om ze nog eens te bewerken. [N 35, 40; monogr.]
II-2
|
33706 |
natuurlijke waterloop |
beek:
bēk (L250p Arcen)
|
Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.]
I-8
|
25012 |
nauw, eng |
eng:
ing (L250p Arcen)
|
nauw [SGV (1914)]
III-4-4
|
18909 |
nauwgezet; nauwgezet persoon |
secuur:
səkŭŭr (L250p Arcen)
|
Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND]
III-1-4
|
17766 |
navel |
buiknagel:
boeknagĕl (L250p Arcen),
bŏĕkná:gel (L250p Arcen)
|
navel [DC 02 (1932)]
III-1-1
|
25747 |
nawort |
nawort:
nawort (L250p Arcen)
|
De vloeistof die de tweede keer uit het beslag gewonnen wordt. [N 35, 47; N 35, 40]
II-2
|
24347 |
neet, luizenei |
neet:
neet (L250p Arcen)
|
neet [SGV (1914)]
III-4-2
|