e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Arcen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spatader spatader: spatoar (Arcen) spatader [SGV (1914)] III-1-2
spatten spuiten: spuite (Arcen) spatten [SGV (1914)] III-4-4
speculaas speculaas: spiklaas (Arcen) speculaas [N 29 (1967)] III-2-3
speculaasplank seculatieprent: speklāsiprent (Arcen) De houten koekvorm waarin het deeg voor speculaas wordt gedrukt. [N 29, 90; monogr;] II-1
speeksel uitspuwen spijen: speije (Arcen), spɛiə (Arcen) (speeksel uit)spuwen [RND] || spuwen [SGV (1914)] III-1-1
speels, dartel speels: speulsch (Arcen) speelsch (dartel) [SGV (1914)] III-1-4
speen van de koe deem: dēm (Arcen) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
spek spek: spek (Arcen) spek [garstig~] [SGV (1914)] III-2-3
spel (alg.) spel: speul (Arcen) spel [SGV (1914)] III-3-2
speld speld: spɛlt (Arcen) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] II-7