e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Arcen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spoorwiel spoorwiel: spoorwiel (Arcen) Het kamrad onder aan de koning dat in de rondsels of bonkelaars van de staakijzers grijpt; de kammen staan ofwel loodrecht op de wielschijf of in het verlengde ervan. Zie ook afb. 59, 63 en 64.26. In l 381b bevindt het spoorwiel zich op de steenzolder van de molen. [N O, 50i; N O, 50j; A 42A, 104, Sche 41] II-3
sporen van de haan hanensporen: hānǝspǭrǝ (Arcen) Doornachtige hoornuitwas van de poten van de haan. [N 6, 3; L 7, 27b; monogr.] I-12
sport van een stoel sproot: sprōͅt (Arcen) ronde of vierkante latten, die soms de poten van een stoel aan de onderzijde verbinden [DC 19 (1951)] III-2-1
spotten spotten: spotte (Arcen) spotten [SGV (1914)] III-1-4
spreeuw spraan: sproan (Arcen) spreeuw [SGV (1914)] III-4-1
spreken, praten praten: proate (Arcen, ... ), pròòtə (Arcen), spreken: spreeke (Arcen), sprèke (Arcen) praten [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || spreken [SGV (1914)] || spreken; ik versta jullie niet, jullie moeten een beetje harder - [DC 03 (1934)] III-3-1
sprinkhaan sprinkhaan: sprinkhaan (Arcen) sprinkhaan [SGV (1914)] III-4-2
sproeten sproetelen: sproetele (Arcen) sproet(en) [SGV (1914)] III-1-1
sprokkelen (hout) rapen: rape (Arcen), sprokkelen: (sprokkele) (Arcen) sprokkelen [SGV (1914)] III-1-2
spruitkool, spruitje spruiten: sproete (Arcen) spruiten [SGV (1914)] I-7