e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Arcen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uier uier: yi̯ǝr (Arcen), ēr (Arcen), ɛr (Arcen) De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] I-11
uil uil: uul (Arcen) uil [SGV (1914)] III-4-1
uitdrogen korsten: kōrstǝ (Arcen) Gezegd van slecht deeg. [N 29, 29c; monogr.] II-1
uitgegraven dennenwortel poest: pūs (Arcen) [R 3, 3; L B2, 344] I-8
uithoren uitvissen: oetvinde (Arcen) uitvorschen [SGV (1914)] III-3-1
uitschelden schelden: schelde (Arcen, ... ) schelden [SGV (1914)] III-3-1
uitslaan oppompen: oppompen (Arcen), pompen: pompen (Arcen) De wort uit de wortketel naar de koelplaats overbrengen. Dat kan geschieden met behulp van een emmer aan een steel, een jachtbuis of een pomp. [N 35, 43; monogr.] II-2
uitwerpselen van koeien koeienflater: kuu̯ǝflātǝr (Arcen) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
uitzeven van de zemelen ziften: zeftǝ (Arcen) Het verwijderen van de fijngemaakte hulzen uit het meel. Een eventueel object "meel" is niet gedocumenteerd [N 29, 13b; monogr.; N 29, 15c add.] II-1
unster ponder: punder (Arcen) unster (balans) [SGV (1914)] III-3-1