e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Arcen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
villen villen: velǝ (Arcen) Vee de huid afstropen, van het vel ontdoen. [monogr.] II-10
vin vin: vin (Arcen), vinne (Arcen) vin [SGV (1914)] || vinnen [SGV (1914)] III-4-2
vinden vinden: vīnde (Arcen) vinden [SGV (1914)] III-1-2
vinger vinger: vinger (Arcen, ... ), vingers (Arcen), viŋər (Arcen), vìnger (Arcen) vinger [DC 01 (1931)], [RND] || vingers [SGV (1914)] III-1-1
vingerhoedskruid vingerhoedskruid: de meeldraden hebben giftig stuifmeel en daarom vliegen er geen bijen op de bloem. Opgegeven voor het lelietje-van-dalen.  vingerhoedskruid (Arcen, ... ) vingerhoedskruid [DC 57 (1982)] III-4-3
vingerlid kootje: koeət (Arcen), vingerknookje: vìngerknökskə (Arcen) (vinger)kootje [DC 01 (1931)] III-1-1
vis, algemeen vis: visch (Arcen), vissche (Arcen) visch [SGV (1914)] || visschen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
visaas aas: oas (Arcen) aas [SGV (1914)] III-4-2
vishengel garde: boven de ´ staat een lengte-teken  gĕrd (Arcen) hengel [SGV (1914)] III-3-2
vissen vissen: vissche (Arcen) visschen (ww.) [SGV (1914)] III-3-2