e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Asselt

Overzicht

Gevonden: 102

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
avondmaal avondeten: aovindjaetə (Asselt) maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] III-2-3
azijn edik: éék (Asselt) azijn; Hoe noemt U: De zure vloeistof bestaande uit azijnzuur en water, die o.a. gebruikt wordt bij het bereiden en conserveren van spijzen (azijn, arzijn, eek) [N 80 (1980)] III-2-3
bakken bakken: bakke (Asselt) bakken [DC 37 (1964)] III-2-3
beet, hap stuk: sjtäk (Asselt) hap; Hoe noemt U: Zoveel als men in één keer afbijt of in de mond neemt (hap, beet, knap, kneuvel) [N 80 (1980)] III-2-3
beuk beukenboom: -  beukeboum (Asselt) beuk (Fagus) [DC 39 (1965)] III-4-3
beukennootje beukennootje: -  beukeneutjes (Asselt) beukennootje [DC 39 (1965)] III-4-3
bijten bijten: biete (Asselt) bijten [DC 37 (1964)] III-2-3
blazen blazen: blaoze (Asselt) blazen [DC 37 (1964)] III-1-1
blijven wachten blijven: blieve (Asselt) blijven [DC 37 (1964)] III-4-4
bloeien bloeien: blø̄i̯ǝ (Asselt) De algemene uitdrukking voor het in bloei staan of bloesem dragen van planten en gewassen. In het materiaal-JG is uitdrukkelijk opgegeven dat het om het bloeien van koren gaat. In dit lemma worden de werkwoorden bijeengezet; in het volgende lemma komen de zelfstandige naamwoorden aan bod. [JG 1a, 1b; L A2, 373; L 32, 77, R 1, 37; monogr.] I-4