e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gedurige aanbidding altijddurende aanbidding: altied deurende aanbaejing (Baarlo), altieddurende aanbidding (Baarlo), eeuwigdurende aanbidding: eeuwigdurende aanbidding (Baarlo) Altijddurende/gedurige aanbidding van het Sacrament des Altaars. [N 96B (1989)] III-3-3
gedwee gedwee: (en mak paars; wie en pêrd).  gedwie (Baarlo) gedwee [SGV (1914)] III-1-4
geelgors gele schrijver: gaile schriever (Baarlo), schrijver: šrīver (Baarlo) geelgors [Roukens 03 (1937)] III-4-1
geelzucht geel verf: gêlverf (Baarlo) geelzucht [SGV (1914)] III-1-2
geer geer: giǝr (Baarlo) Een naar boven spits uitlopende lap of strook waarmee men een kledingstuk van onderen verwijdt. [N 62, 11a; L 1a-m; L 23, 71; Gi 1.IV, 17; S 10; monogr.] II-7
geerakker geer: gī(ǝ)r (Baarlo) Onder een geerakker wordt hier verstaan dat deel van een akker dat gerend geploegd moet worden als de akker niet de vorm van een rechthoek of een parallellogram heeft. De benaming voor dit onderdeel is niet zelden ook op de gerende akker in zijn geheel toepasselijk. Opgaven die duidelijk de (geometrische) vorm of een scherpe hoek van een akker bleken te betreffen, zijn in dit lemma echter niet opgenomen. Zie verder ook het volgende lemma. [N 11, 4b + 64; N 11A, 127 + 137f + 137g; N P, 1; A 33, 9 add.; A 33, 10; JG 1a + 1b; JG 2b-4, 7; monogr.] I-1
geestelijke geestelijke: geistelik (Baarlo), wereldgeestelijke: werreldgeisselik (Baarlo) Een priester die geen pater is [heer, geesteling]. [N 96D (1989)] III-3-3
geestelijke communie in de geest: in de geist (Baarlo) De geestelijke communie, in de geest communiceren. [N 96B (1989)] III-3-3
geeuwen gapen: gape (Baarlo), geeuwen: geewe (Baarlo) gapen [N 10 (1961)] III-1-2
geeuwhonger geeuwhonger: giehonger (Baarlo) geeuwhonger [SGV (1914)] III-2-3