23981 |
generale biecht |
algemene biecht:
algemeine biech (L295p Baarlo),
generale biecht:
generaal biech (L295p Baarlo),
generale biech (L295p Baarlo)
|
Een algemene of generale biecht, vaak bij missie en retraite [jeneraalbiech]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
hof:
[hof] (L295p Baarlo),
pachtboerderij:
paxt[boerderij] (L295p Baarlo)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
17560 |
geraamte |
geraamte:
geraamte (L295p Baarlo),
gereamte (L295p Baarlo),
gerēmt (L295p Baarlo)
|
geraamte [N 10a (1961)] || geraamte, skelet [SGV (1914)]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
klaar:
klaor (L295p Baarlo),
kloar (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo)
|
gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar [SGV (1914)] || klaar: Als je - bent mag je gaan spelen [DC 35 (1963)]
III-1-4
|
34240 |
geronnen melk |
zure melk:
zure melk (L295p Baarlo)
|
Melk die door het lange staan dik en zuur is geworden. [L 2, 7; A 7, 15; monogr.]
I-11
|
20912 |
gerookt spek |
gerookt spek:
geruikt sjpek (L295p Baarlo)
|
spek dat gerookt is [DC 48 (1973)]
III-2-3
|
32979 |
gerst |
gerst:
gɛrs (L295p Baarlo),
gɛrst (L295p Baarlo)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
18312 |
geruite jurk |
ruitenkleed:
roetekleid (L295p Baarlo)
|
jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24013 |
geslaagd zijn voor het communie-examen |
geslaagd zijn:
die geslaag zien (L295p Baarlo)
|
Geslaagd zijn voor het eerste communie-examen, opgeschreven zijn/worden. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20312 |
geslachtsgemeenschap hebben |
een nummertje maken:
Schertsend.
ein nummerke maken (L295p Baarlo),
naaien:
neijen (L295p Baarlo),
poppen:
poppen (L295p Baarlo)
|
geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)]
III-2-2
|