18348 |
ijzertje onder een schoen |
ijzertje:
iezerke (L295p Baarlo)
|
ijzertje onder de schoen [blakei] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21334 |
illustratie |
illustratie (<fr.):
illustrasie (L295p Baarlo)
|
illustratie [SGV (1914)]
III-3-1
|
20684 |
in de schil gekookte aardappelen |
patatten met schaal:
Syst. WBD
petatte met sjaal (L295p Baarlo)
|
In de schil gekookte aardappelen (zwelmennekes?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18849 |
ingetogen |
modest:
modest (L295p Baarlo)
|
ingetogen [SGV (1914)]
III-1-4
|
17701 |
ingewanden |
gemook:
gemuuk (L295p Baarlo),
gemūūk (L295p Baarlo),
ingewanden:
ingewande (L295p Baarlo)
|
ingewanden [N 10a (1961)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
33017 |
ingezaaid land |
vol:
vǫl (L295p Baarlo)
|
Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.]
I-4
|
33030 |
inkappen, eerste slagen maken met de zicht |
aanmaaien:
ān[maaien] (L295p Baarlo)
|
De eerste slagen met de zicht maken in een aan te maaien akker en tevens het uitvoeren van de "eerste fase" van de zichtbehandeling; zie de algemene toelichting van deze paragraaf. De terminologie wordt soms ook gebruikt voor het maken van de eerste gang voor de maaimachine; dit wordt uitdrukkelijk vermeld in K 316, L 270, 294, 320c, 355, 360, 372, 419, 420, 432, P 186, Q 99*, 121c, 197, 197a. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [maaien], zie het lemma ''maaien'' (3.1.1) en de klankkaart (kaart 7) in aflevering I.3. [N 15, 16j; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 23, 16.2; L 48, 32.2; Lu 1, 16.1a; monogr.; add. uit N 15, 16f]
I-4
|
33259 |
inkarnaatklaver, franse klaver |
franse klee:
fransǝ [klee] (L295p Baarlo)
|
Trifolium incarnatum L. Een 15 tot 60 cm hoge plant met helder scharlakenrode bloemhoofdjes die van mei tot juli bloeien. Het wordt in augustus gezaaid, levert in mei een flinke snee groenvoer op en wordt dan ondergeploegd. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; L 36, 35; monogr.]
I-5
|
21687 |
inkomsten |
<omschr.> daar komt heel wat binnen:
dao kömt hiel get binne (L295p Baarlo),
inkomen:
inkomme (L295p Baarlo),
⁄t inkòmme (L295p Baarlo)
|
inkomsten, de ontvangsten, het inkomen [inkomende, inbeur?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21691 |
inkopen gaan doen op de markt |
markten:
merrete (L295p Baarlo),
merte (L295p Baarlo)
|
inkopen gaan doen op de markt [markten, merten?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|