e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kamille (alg.) kamille: -  kamille (Baarlo) echte kamille [DC 50 (1975)] III-4-3
kammen kammen: keime (Baarlo), toe ich ⁄t we-oe keime ging miene kamp kepot (Baarlo), toe ich ⁄t woei keime ging miene kamp kapot (Baarlo) kammen (ww.) [SGV (1914)] || Kammen. Toen ik ’t wou kammen ging mijn kam stuk. [DC 39 (1965)] III-1-3
kanaal kanaal: bevaarbare vaarten zijn niet aanwezig  kənaal (Baarlo) vaart: Die vaart, dat meer is ondiep (met vaart wordt bedoeld een water dat ter bevaring dient....) [DC 20 (1951)] III-3-1
kandelaar kaarsenluchter: kerseluchter (Baarlo), kandelaar: kandelaar (Baarlo) Hoe noemt u een kandelaar? (kandelaber) [N 104 (2000)] III-2-1
kandelaar op het altaar kaarsenluchter: kerseluchters (Baarlo, ... ) De kandelaars, de kaarseluchters op het altaar [kèrseluchters, keëtseluëtersj]. [N 96A (1989)] III-3-3
kans kans: kans (Baarlo) kans: Als hij - ziet zal hij proberen je te bedriegen [DC 35 (1963)] III-1-4
kanunnik kanunnik (<lat.): kannunik (Baarlo), kanunnik (Baarlo) Een wereldlijke R.K. geestelijke die deel uitmaakt van een kapittel van een kathedrale kerk, kanunnik. [N 96D (1989)] III-3-3
kap aan de vlegelknuppel kap: kap (Baarlo) In tegenstelling tot de kap aan de vlegelstok die van ijzer is, is de kap aan het slaghout van leer. De meest voorkomende vorm van deze kap is een zeer stevig stuk taai varkensleer (in Q 9: van ezelleer); aan de uiteinden zitten enkele gaatjes, waar een leren veter doorheen wordt gehaald waarmee de kap, met een lus, om de vlegelknuppel wordt vastgesnoerd. Daartoe zijn in de enigszins afgeplatte kant van de knuppel enkele (doorgaans drie) inkepingen gemaakt waar de veters doorheen lopen. Zie afbeelding 10, d. In L 286 tekent de zegsman een vlegelknuppel met een gat erin, waardoor de vlegelband loopt. [N 14, 3b, 3d en 3e; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
kap aan de vlegelstok huis: hus (Baarlo) Het uiteinde van elk van beide vlegelhouten voorzien van een kap die dient om de twee houten delen aan elkaar te bevestigen en wel op zo''n manier dat de slaande werking van de vlegel bij het dorsen optimaal is. Bij de meest voorkomende scharnierconstructie is de kap aan de vlegelstok van metaal en die aan de vlegelknuppel van leer. In dit lemma gaat het dus om de metalen kap aan de vlegelstok; meestal is er een beugel aangesmeed; deze ring of oog is vaak benoemingsmotief voor de gehele kap. Zie afbeelding 10, c. Soms vindt men, in plaats van de metalen kap, aan het uiteinde van de vlegelstok twee geboorde gaten waar de vlegelband doorheen loopt; de zegslieden van L 282 en 288 geven dit uitdrukkelijk op; zie afbeelding 10, f. [N 14, 3b, 3d en 3e; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
kap van een lange schoudermantel kap: kap (Baarlo) kap van lange schoudermantel zonder mantel [kovel, keuvel] [N 23 (1964)] III-1-3