e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kikkerdril kikkerrit: kikkerrit (Baarlo) kikkerrit [DC 09 (1940)] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)rit: kikkerrit (Baarlo) kikkerrit [DC 09 (1940)] III-4-2
kikkervisje koeleskop: koeleskop (Baarlo), kwekker: kwekker (Baarlo) kikkervisje [DC 09 (1940)], [DC 17 (1949)] III-4-2
kind (algemene benaming) kind: kink (Baarlo), kint (Baarlo), wicht: meest gebruikelijk  wicht (Baarlo) kind [DC 03 (1934)], [DC 05 (1937)] III-2-2
kindercommunie kindercommunie (<lat.): kingerkemunie (Baarlo, ... ), kingerkommunie (Baarlo) Een kindercommunie [kingerkómmelejoeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
kinderdoop kinderdoop: kingerdeup (Baarlo), kingerdoup (Baarlo), kindje dopen (ww.): kiendje duipe (Baarlo) Een kinderdoop. [N 96D (1989)] III-3-3
kinderfiets kinderfiets: kingerfiets (Baarlo), kingerfiets(ke) (Baarlo) Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar kleine kinderen op rijden [N 99 (1991)] III-3-1
kinderfluitje feep: feep (Baarlo) Een fluitje van korenhalm. III-3-2
kinderkleren kinderkleren: kingerkleijer (Baarlo) kinderkleren, kinderkleertjes [N 23 (1964)] III-1-3
kinderklokje kleine klok: klein klok (Baarlo), klimpklokje: klempkløͅkskə (Baarlo) De kleine klok die geluid werd voor een gestorven kind, dat de eerste H.Communie nog niet gedaan had. [N 96A (1989)] III-3-3