23436 |
koorstoel |
koorstoel:
koeersjtool (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo),
koerstool (L295p Baarlo)
|
Een koorstal of koorstoel: zetel of zitplaats in een koorbank van het koorge-stoelte. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18004 |
koorts |
koorts:
koors (L295p Baarlo)
|
koorts [SGV (1914)]
III-1-2
|
23563 |
koorzanger |
koorzanger:
koeerzenger (L295p Baarlo),
koerzenger (L295p Baarlo),
zanger:
zenger (L295p Baarlo)
|
Een koorzanger, lid van het zangkoor [zenger, koeërzenger?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
33806 |
koot |
koot:
kut (L295p Baarlo)
|
Het korte been onmiddellijk boven de hoef, zowel van de voor- als achterpoot. 1Het is één van de belangrijkste lichaamsdelen van het trekpaard. Zie afbeelding 2.25. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1, 32.2, 32.3, 32.7, 32.10, 32.14, 32.15 en 32.16]
I-9
|
19856 |
kop |
varkenskop:
vɛrkǝskǫp (L295p Baarlo)
|
[N 76, 11; monogr.]
I-12
|
33063 |
kop van de schoof |
kop:
kǫp (L295p Baarlo)
|
De bovenkant van de schoof, daar waar zich de aren bevinden. Zie afbeelding 7. [N 15, 21b; JG 1b]
I-4
|
33137 |
kopdorser |
hekeldorsmachine:
hɛ̄kǝldǫrsmǝšin (L295p Baarlo),
hekelmachine:
hɛ̄kǝlmǝšin (L295p Baarlo)
|
Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
21411 |
kopen |
kopen:
kaupe (L295p Baarlo),
koupe (L295p Baarlo)
|
koopen [SGV (1914)] || kopen (geen context) [DC 37 (1964)]
III-3-1
|
19883 |
koper poetsen |
koper poetsen:
steeds \"koper\"ook als het andere niet edele metalen zijn
kōpərputsə (L295p Baarlo)
|
metaal met behulp van vloeibare of zachte poetsmiddelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
21644 |
kopergeld |
kopergeld:
kopergeld (L295p Baarlo)
|
koperen of bronzen geldstukken [rode loop?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|