e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onvruchtbare geit steenbok: štęi̯nbuk (Baarlo) De antwoorden kunnen zowel op een onvruchtbare geit in het algemeen duiden als op een onvruchtbare vrouwelijke geit. [N 19, 72; JG 1a, 1b; N 77, 84; monogr.] I-12
onvruchtbare grond lichte grond: lextǝ groŋk (Baarlo), mager land: māgǝr laŋk (Baarlo), magere grond: māgǝrǝ groŋk (Baarlo), schrale grond: šrǭlǝ groŋk (Baarlo) Grond van slechte kwaliteit. De oorzaak kan verschillend zijn. Het gevolg is echter een slecht landbouwproduct. [N 27, 31; N 27, 29; N 11, 2d; N 11, 2f; A 10, 4; N 6, 33a; Vld.; monogr.] I-8
onvruchtbare koe kween: kwēn (Baarlo) In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C] I-11
onwaardig onwaardig: onwaerdig (Baarlo), onwèèrdig (Baarlo), ónwaerdig (Baarlo) Onwaardig [ónwèèrdig, ónwuurdieg]. [N 96D (1989)] III-3-3
onweersbui donderbui: (Schoor).  donderbuu (Baarlo), hommelschoer: hommelschoor (Baarlo), hòmmelsjoer (Baarlo), hômmelsjoor (Baarlo) donderbui [SGV (1914)] || onweersbui [SGV (1914)] || onweersbui met veel regen en wind [schoer, donderschoer] [N 22 (1963)] III-4-4
onze-lieve-heer onze-lieve-heer: osse lieve hier (Baarlo), slevenhieër (Baarlo) Onze Lieve Heer [slievenheer]. [N 96D (1989)] III-3-3
onze-lieve-vrouw onze-lieve-vrouw: slevevrouw (Baarlo), onze-lieve-vrouwtje: sleevevrouwke (Baarlo) Onze Lieve Vrouw [Lie(f)vrouw, Sliefvrouw]. [N 96D (1989)] III-3-3
onze-lieve-vrouweplaat altijddurende bijstand: altieddeurende beejstand (Baarlo), onzelievevrouw van altijddurende bijstand: o l vrouw van altijddurende bijstand (Baarlo), schilderij van onze-lieve-vrouw van altijddurende bijstand: sjilderie van o l vrouw van altijddurende bijstand (Baarlo) Een plaat, afbeelding van O.L.V. van Altijddurende Bijstand. [N 96B (1989)] III-3-3
onzedig onzedig: ônzedig (Baarlo), vies: vies (Baarlo) Onzedig, onzedigheid. [N 96D (1989)] III-3-3
onzevader onzevader: onze vader (Baarlo, ... ), paternoster: pater noster (Baarlo) Het door de priester gezongen Pater Noster, het Onze Vader. [N 96B (1989)] || Het gebed "Onze Vader", "Pater noster"[Vadder-óns, Vadder-ónzer, noster]. [N 96B (1989)] III-3-3