33750 |
ruin |
ruin:
ryn (L295p Baarlo)
|
Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.]
I-9
|
22753 |
ruiten in het kaartspel |
ruiten:
roeten oas (L295p Baarlo)
|
Ruiten: Ruiten aas. [SGV (1914)]
III-3-2
|
21937 |
ruitijd |
rui:
ryi̯ (L295p Baarlo),
ruizel:
rȳzǝl (L295p Baarlo)
|
De periode van het ruien, het veren wisselen, van de kip. [A 26, 8; S 30; Vld.; monogr.]
I-12
|
34024 |
rund |
rind:
reŋk (L295p Baarlo)
|
Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.]
I-11
|
24326 |
runderhorzel, horzel |
horzel:
hoorsel (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo),
hotzel (L295p Baarlo)
|
horzel [SGV (1914)] || paardenhorzel (eieren in de haren van paarden, larven in maag en darmen) [DC 18 (1950)] || paardenwesp [Roukens 03 (1937)]
III-4-2
|
24349 |
runderhorzellarve |
horzellarve:
horzellarve (L295p Baarlo),
larve:
larf (L295p Baarlo),
worm:
wörm (L295p Baarlo)
|
larve van de paardenhorzel, worm die in de uitwerpselen van een paard kan worden aangetroffen [N 26 (1964)] || larve van de runderhorzel [DC 45 (1970)] || larve van de runderhorzel, worm die grote bulten (wormbulten) veroorzaakt in de huid van runderen [N 26 (1964)]
III-4-2
|
20691 |
runderlapjes |
rindlapjes:
Syst. WBD
rinklapkes (L295p Baarlo),
rindslapjes:
ringslepkes (L295p Baarlo)
|
Runderlapjes (krippot, kripvlees?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
34022 |
rundvee |
beesten:
bīǝstǝ (L295p Baarlo),
vee:
vī (L295p Baarlo),
vīǝ (L295p Baarlo)
|
Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
20666 |
rundvleessoep |
rindvleessoep:
rinkvleissoep (L295p Baarlo),
Syst. WBD
rinkvleissoep (L295p Baarlo)
|
Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24371 |
rups |
moosrups:
moosroepse (L295p Baarlo),
rups:
roeps (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo,
L295p Baarlo,
L295p Baarlo)
|
groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)], [SGV (1914)] || rups rups [DC 46 (1971)]
III-4-2
|