21086 |
schimmel |
schimmel:
šømǝl (L295p Baarlo)
|
Paard met een geheel of overheersend witte of grijsachtige vacht. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het wit toe; schimmels worden niet geboren, ze ontstaan mettertijd. De vosschimmel is wit met rode of bruinachtige vlekken. [JG 1a, 1b; N 8, 63a en 63b; S 31]
I-9
|
24491 |
schimmel (plantje) |
schimmel:
chummel (L295p Baarlo)
|
schimmel (plant) [SGV (1914)]
III-4-3
|
21244 |
schip |
schip:
cheep (L295p Baarlo),
sjeep (L295p Baarlo)
|
schip [SGV (1914)] || schip; de kapitein van het schip .... vroeger nog matroos geweest. [DC 45 (1970)]
III-3-1
|
32855 |
schitbossen |
schijtbossen:
šī.t˱bø̜sǝ (L295p Baarlo),
šīt˱bø̜s (L295p Baarlo)
|
Bossen van welig opschietend gras in de weide, op plaatsen waar koedrek heeft gelegen. De koeien laten deze bossen vaak staan; ze worden dan later in het seizoen afgemaaid. Overal is het meervoud opgenomen; behalve waar uitdrukkelijk anderszins aangegeven. [N 14, 85; N 14, 123 add.; monogr.]
I-3
|
18341 |
schoeisel |
t leer]:
vootgetouw (L295p Baarlo)
|
schoeisel, het geheel van schoenen, laarzen e.d. [voetgetöch [N 24 (1964)]
III-1-3
|
26502 |
schoen |
schoen:
sxōn (L295p Baarlo)
|
Het kleine losse bakje onderaan het kaar dat tijdens het malen in schuddende beweging is. Het schoen staat de molenaar toe de graantoevoer naar de stenen te regelen. [N O, 19j; A 42A, 39; N D, 12; Sche 52; Vds 149; Jan 156; Coe 137; Grof 158; A 42A, 19]
II-3
|
18272 |
schoen: algemeen |
schoen:
choon (L295p Baarlo),
sjoon (L295p Baarlo)
|
schoen [SGV (1914)] || schoen [skoewn, schoe, sjoe, schoon, sjoon] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18369 |
schoen: spotnamen |
ploet:
WNT: ploet, waarschijnlijk een klanknabootsing met de bet. vod, lap, het meervoud is dan later schertsend gebezid voor kleeren. Verg. plod. // Ploeten (Limb.), kleedingstukken, schuerm. 491a.
ploete (L295p Baarlo)
|
schoen: spotbenamingen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18466 |
schoenborstel |
schoenborstel:
sjoonborsel (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo),
(om de schoenen uit te wrijven)
sjoonborstel (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo),
wiksborstel:
(om de schoenen in te wrijven)
wiksborstel (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo)
|
borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-1-3, III-2-1
|
18303 |
schoenen (mv.) |
schoenen (mv.):
choon (L295p Baarlo),
hoog schoon laag schoon
schoon (L295p Baarlo)
|
Hoe noemt men de schoenen? Maakt men verschil tusschen hooge en lage schoenen? [DC 09 (1940)] || schoenen (mv.) [SGV (1914)]
III-1-3
|