e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spatader spatader: spatoar (Baarlo) spatader [SGV (1914)] III-1-2
spatten spuiten: spuiten (Baarlo) spatten [SGV (1914)] III-4-4
speculaas speculatie: sjpeklasie (Baarlo) Welke benamingen kent u voor koekjes (kaffekoekje, sterreke, waterpletske, peekverjenneke, knapkoek?) Wat zijn de verschillen tussen deze? [N 16 (1962)] III-2-3
speeksel uitspuwen klieken: kleeken (Baarlo), spijen: sjpieje (Baarlo), spieje (Baarlo) spuwen [SGV (1914)] || spuwen: speeksel uitspuwen [spiertse, spaowe, tuffe, spuige, speken] [N 10 (1961)] III-1-1
speelman, klapspaan speelman: spø̄lman (Baarlo) Aan het staakijzer bevestigde houten of ijzeren lat of van armen voorziene ijzeren kop waarmee het schoen in schuddende beweging wordt gehouden. In P 55 had de as vier vlakke kanten. In P 58 en Q 83 waren er respectievelijk vier tappen (tapǝ) en vier tanden (tān) of knotsen (knotsǝ) aan de kop bevestigd (Vanderspickken, pag. 112). De wippelaar uit Q 9 bestond uit hout met leer ertegen. [N O, 14n; A 42A, 18; N D, 32; Vds 150; Jan 157; Coe 138; Grof 159] II-3
speen van de koe deem: dēm (Baarlo) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
spek spek: spek (Baarlo) spek [garstig~] [SGV (1914)] III-2-3
spekpannenkoek spekkoek: sjpekkook (Baarlo), Syst. WBD  sjpekkook (Baarlo) Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
spel (alg.) spel: speul (Baarlo) spel [SGV (1914)] III-3-2
speld speld: spɛlt (Baarlo) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] II-7