e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sport van een stoel sproot: šprōͅt (Baarlo) ronde of vierkante latten, die soms de poten van een stoel aan de onderzijde verbinden [DC 19 (1951)] III-2-1
spotnaam voor hoge hoed stijve, een -: sjtie`ve (Baarlo) hoed, hoge ~: spotbemaningen [tarpot, titsj, hekteliter, böömert, handskow, kachelpiep, sjtief] [N 25 (1964)] III-2-2
spotten spotten: spotte (Baarlo) spotten [SGV (1914)] III-1-4
spreeuw spraan: spraon (Baarlo, ... ), sproan (Baarlo) Hoe heet de spreeuw? [DC 06 (1938)] || spreeuw [SGV (1914)] III-4-1
spreken, praten praten: praoten (Baarlo), proate (Baarlo), spreken: sprêke (Baarlo) praten [SGV (1914)] || spreken [SGV (1914)] || spreken; ik versta jullie niet, jullie moeten een beetje harder - [DC 03 (1934)] III-3-1
sprenkelen met de wijwaterkwast de zegen geven: de zaege gaeve (Baarlo), zegen geven met wijwater: zaegen gaeve met wiejwater (Baarlo), zegenen: zeegene (Baarlo) Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)] III-3-3
sprinkhaan sprinkhaan: sprinkhaan (Baarlo, ... ) sprinkhaan [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] III-4-2
sproeten sproetelen: sprōētele (Baarlo), sproeten: sjproete (Baarlo), sproeten (Baarlo) sproet(en) [SGV (1914)] || sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)] III-1-1
sprokkelen stokken trekken: stekke trekke (Baarlo) sprokkelen [SGV (1914)] III-1-2
spruiten spruitjes: sjpruutjes (Baarlo) spruitkool, spruiten als gerecht [N Q (1966)] III-2-3