e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vetpot vetpot: vétpot (Baarlo) pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
vetweide groement: grǫmǝt (Baarlo), nagras: nǭgrās (Baarlo), vetwei: vɛtwɛi̯ (Baarlo) Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.] I-8
veulen veulen: vø̄lǝ (Baarlo) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vier uitersten uitersten: uëterste (Baarlo), vier uitersten: veer uterste (Baarlo) De vier uitersten van de mens (te weten: dood, oordeel, hemel, hel) [toponiem te Meijel: de Vruttersjte]. [N 96D (1989)] III-3-3
vieruursboterham halfnamiddaagse koffie, de -: de halfnamiddaagse kôffie (Baarlo) de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] III-2-3
vigilie avond voor een feestdag: aovend vur eine fiësdaag (Baarlo), vigilie (<lat.): vigilie (Baarlo) De avond vóór een kerkelijke feestdag [vigilie, heiligavond]. [N 96C (1989)] III-3-3
vijf frank vijf frank: vief frang (Baarlo) 5 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
vijf wonden van christus vijf wonden: vief wonde (Baarlo), vief wonge (Baarlo) De vijf wonden, de kruiswonden van Christus [de vunnef wónde?]. [N 96B (1989)] III-3-3
vijf-guldenstuk gouden vijfje: Opm. als het goud is.  ein gouwe viefke (Baarlo) vijf-guldenstuk, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
vijftig frank vijftig frank: fieftig frang (Baarlo) 50 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1