e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlinder venijnsmus: venīnsmŭs (Baarlo), vlinder: flinder (Baarlo), vlinder (Baarlo, ... ) vlinder [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] || vlinder, algemeen [DC 18 (1950)] III-4-2
vlinderdasje nondejuke: nondejuuke (Baarlo) vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3
vlo (enk.) vlo: vloeë (Baarlo, ... ), vloē (Baarlo) mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] || vloo [SGV (1914)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vloeien: vlōēje (Baarlo), vlun: vluuë (Baarlo) vlo (znw mv) [N 26 (1964)] || vlooien [SGV (1914)] III-4-2
vloeibaar varkensvoer slobber: šlubǝr (Baarlo) [N 76, 38; N 76, 39; monogr.] I-12
vloeibare ontlasting zeik: zęi̯k (Baarlo) [N 76, 36; A 9, 24d] I-12
vloek vloek: vlook (Baarlo, ... ) een vloek [hiemmeltsakker] [N 96D (1990)] || Een vloek [hiemmeltsakker]. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3
vloeken vloeken: vloke (Baarlo, ... ), vlooke (Baarlo), vlooken (Baarlo, ... ) vloeken [N 96D (1990)], [SGV (1914)] || Vloeken. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3
vloekje vloekje: vleukske (Baarlo, ... ) Een vloekje [vluukse]. [N 96D (1989)] III-3-3
vloer vloer: flūr (Baarlo) Zie voor het woordtype 'beleg' ook RhWb V, k. 301, s.v. 'Beleg': ø̄Fussboden aus Steinbelagø̄. Volgens Jongeneel (Heerlens Woordenboek, pag. 19) maakten de boeren uit de omgeving van Heerlen steenharde, waterdichte vloeren van zand, kalk of cement en kolensintels. [S 41; N 54, 128; monogr.; Vld.] II-9