19712 |
vork |
fourchette:
vəršet (L295p Baarlo)
|
vork om mee te eten [Roukens 03 (1937)]
III-2-1
|
19573 |
vorkenblok |
fourchettenbak:
versjettebak (L295p Baarlo)
|
blok waarin vorken worden bewaard [N 20 (zj)]
III-2-1
|
24033 |
vormbewijs |
vormbriefje:
vormbreefke (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo),
vormbrifke (L295p Baarlo)
|
Het bewijs dat men gevormd is, vormbriefje [firmbrifje]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24032 |
vormeling |
vormeling:
vormeling (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo,
L295p Baarlo)
|
Een vormeling. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24031 |
vormen |
toedienen:
toedene (L295p Baarlo),
vormen:
vorme (L295p Baarlo),
vormsel toedienen:
vormsel toedeene (L295p Baarlo)
|
Vormen, het Vormsel toedienen [firme, fierme]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23343 |
vormsel |
vormsel:
vormsel (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo,
L295p Baarlo)
|
Het Vormsel [firmoeng]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25202 |
vorst, het vriezen |
gevreur:
gevreur (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo),
gevrø͂ͅr (L295p Baarlo)
|
vorst (vriezend weer) [SGV (1914)] || vorst, het vriezen [gevreur] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
29897 |
vorstpan |
vorstpan:
vǫrspan (L295p Baarlo)
|
Halfronde pan waarmee de nokken en hoekkepers van het dak worden bedekt; ook de soortgelijke pan voor de afdichting van de nok of de naden van het dakschild van een rieten dak. Vorstpannen worden met spijkers op de dakruiters vastgezet en met specie aan elkaar bevestigd. In Q 77b werd niet met vorstpannen gewerkt. Men smeerde daar de nok van het dak in met cement. Het woordtype broekstuk (L 290, L 372) duidt een pan aan die de verbinding vormt tussen de vorstpannen en de pannen die over de naden van het dakschild worden gelegd. [N 32, 45b; N 32, 45c; N 4A, 34a; N 4A, 34c; N F, 8]
II-8
|
33811 |
vos, vospaard |
voes:
vus (L295p Baarlo),
vos:
vǫs (L295p Baarlo)
|
Licht- of rosbruin paard met witte manen, staart en poten. Onder de vossen zijn er diverse kleurnuanceringen: roodvossen (rode tot dieprode globe), goudvossen, zweetvossen (zwartachtig rood naar geel overhellend en glimmend), lichte vossen (geelbruin tot geelbruin), donkere vossen (van donkerbruin tot zeer donker roodbruin). [JG 1a, 1b; N 8, 63g, 63h en 63j]
I-9
|
23508 |
votiefmis |
gestichte mis:
gesjtichde mes (L295p Baarlo),
gestichte mis wegens gelofte:
gestichte mes waeges gelofte (L295p Baarlo)
|
Een mis die gesticht is krachtens een gelofte, votiefmis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|