e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wielen van de cultivator rader: rē̜r (Baarlo) De wielcultivator, die van achteren steeds twee wielen heeft, wordt van voren ondersteund door een klein zwenkwiel ofwel - en dan betreft het meestal een zwaarder model - door een tweewielig voorstel. [N 11, 78a add.; N 11IA, 151; monogr.] I-2
wielewaal wielewaal: wielewaal (Baarlo) Hoe heet de wielewaal? [DC 06 (1938)] III-4-1
wielsteunen steunen: štø̄nǝ (Baarlo) De latten, balkjes of ijzers die het spoorwiel van de rosmolen ondersteunen. [N D, 29] II-3
wierook wierook: wierek (Baarlo, ... ), wierook (Baarlo) Wierook [wierek, wierooch?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wierookkorrels wierookkorrels: wierekkorrels (Baarlo, ... ) Wierookkorrels. [N 96B (1989)] III-3-3
wierookvat wierooksvat: wiereksvaat (Baarlo, ... ), wierooksvaat (Baarlo) Het wierookvat [wiereksvat, wieresvaas?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wijdbeens lopen benen wie een beugelring hebben: hae haet bein wie eine `beugelrink` (Baarlo), wijd spoor: wied spor (Baarlo) lopen: met de benen ver uiteen lopen [kooje, met een wijde kooi loope] [N 10 (1961)] III-1-2
wijde regenmantel zonder mouwen cape (eng.): keep (Baarlo) regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)] III-1-3
wijden wijden: wieje (Baarlo) wijden [SGV (1914)] III-3-3
wijn wijn: wien (Baarlo) wijn [SGV (1914)] III-2-3