id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18291 | deuk in een hoed | dumpel: dumpel (Baarlo) | deuk in een hoed [dömpel] [N 25 (1964)] III-1-3 |
25878 | deurtje | deurtje: dȳrkǝ (Baarlo) | Het ijzeren deurtje waardoor het vuur gestookt kan worden. [N 57, 8c] II-2 |
23652 | devotiecommunie | devotiecommunie (<lat.): devotiekemunie (Baarlo) | De devotie-communie. [N 96B (1989)] III-3-3 |
18035 | diarree | aan de dunne: ān dǝ dønǝ (Baarlo), aan de/het schijt: ān dǝ šīǝt (Baarlo), dunne, de -: aan den dunne (Baarlo), schijt: aan de sjiet (Baarlo) | Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.] || ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1961)] I-11, III-1-2 |
34351 | diarree hebben | aan de schijt (zijn): ān dǝ šīt (Baarlo), ān dǝ šīt zin (Baarlo) | Te dunne ontlasting hebben, buikloop. [N 76, 51b; N 76, 51a] I-12 |
21310 | dief | dief: deef (Baarlo) | dief [SGV (1914)] III-3-1 |
19807 | dienblad | dienblad: dēnblāt (Baarlo) | dienblad [DC 27 (1955)] III-2-1 |
19080 | dienst | dienst: deens (Baarlo) | dienst [SGV (1914)] III-1-4 |
23797 | dienst van goede vrijdag | houteren mis: höltere mès (Baarlo, ... ) | De "houten mis", de Goede Vrijdagdienst [hultsere Maes]. [N 96C (1989)] III-3-3 |
32690 | diep | diep: dēp (Baarlo) | In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.] I-1 |