e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

Gevonden: 4283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
draaiboom draaischaar: dręjsxār (Baarlo), scheerbalk: šīrbalk (Baarlo) Het apparaat dat men gebruikt om de ketel op te tillen en om hem en naar het vuur te draaien. Zie afb. 17. [N 57, 9] II-2
draaien keren: kêre (Baarlo) keren [SGV (1914)] III-1-2
draaiende karnton draaivat: drɛi̯vāt (Baarlo) De karnton wordt met een zwengel of een wiel zelf rondgedraaid. Deze ton, waarin de boter door draaien wordt gemaakt, draait zelf mee. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [N 12, 51, 56 en 58; L 1a-m; L 27, 30 en 69; JG 1a, 1b, 1d, 2c; Ge 22, 10, 26, 29, 34 en 37; A 7, 19; S 17; monogr.] I-11
draaiers draaiers: drɛi̯ǝrs (Baarlo) De kleine heupen achter de grote heupen, meestal in de vorm van uitstekende botten of knobbels. [N 3A, 110b] I-11
draaihek poort: pǭrt (Baarlo), vaartengat: vōrtǝgāt (Baarlo), vǭrtǝgāt (Baarlo), varen: vǭrǝ (Baarlo) Een hek dat op scharnieren of haken draait aan de ingang van een wei, gemaakt van prikkeldraad of houten latten. [N 14, 68a; N M, 5; A 25, 5d; L B 19, 6; monogr.] I-8
drachtige merrie dragende meer: drāgǝndǝ mē̜r (Baarlo) De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a] I-9
draden of randen van peulvruchten draden: dreuj (sg drəod) (Baarlo) [N Q (1966)] I-7
drager van de doodskist drager: draeger (Baarlo, ... ) een drager van de lijkkist [dreëjer] [N 96D (1989)] III-2-2
drager van het baldakijn drager van de hemel: draeger van dn hemel (Baarlo), hemeldrager: hemeldragers (Baarlo) Een drager van de troonhemel [himmelsdreëjer]. [N 96C (1989)] III-3-3
drager van het kerkvaandel vaandeldrager: vaandeldraeger (Baarlo), vlaggendrager: vlaggendraeger (Baarlo) De drager van het vaandel [vanedreëjer]. [N 96C (1989)] III-3-3