e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

Gevonden: 4283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drukte, gedoe gedoens: gedoons (Baarlo) gedoente [SGV (1914)] III-1-4
druppel druppel: ennen dröppel water (Baarlo) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] III-4-4
dubbel gezwad dobbele zwaard: dǫbǝlǝ zwārt (Baarlo), dubbel gezwad: døbǝl [gezwad] (Baarlo) De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94] I-3
dubbel sierhek poort: pǭrt (Baarlo) Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6] I-8
dubbele toegangspoort van een gesloten erf opvaart: ǫp˲vārt (Baarlo) De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.] I-6
dubbeltje dubbeltje: dubbeltje (Baarlo), ein dubbeltje (Baarlo) dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
duif (alg.) duif: doef (Baarlo) Duif [SGV (1914)] III-3-2
duif, algemeen duif: doef (Baarlo) Duif [SGV (1914)] III-4-1
duim duim: doe:m (Baarlo), doem (Baarlo) duim [N 10 (1961)] III-1-1
duimeling duimeling: duumelimg (Baarlo) hoesje of deel van handschoen dat ter beschermin van een gekwetste vinger wordt geschoven en aan de pols wordt vastgemaakt [sluif, sleuf, duimeling] [N 23 (1964)] III-1-3