e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L324p plaats=Baexem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
noot noot: noat (Baexem) noot [DC 47 (1972)] III-2-3
oksel oksel: oksel (Baexem, ... ) oksel, oksels [oksel, okselschrooi, hoksel, hoks] [N 10 (1961)] III-1-1
oliebol oliebol: Syst. WBD  oliebol (Baexem) Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)] III-2-3
oliekoek krentenkoek: Syst. WBD  krintekook (Baexem) In raapolie gebakken ronde koek van meel, krenten en eieren (oliekoek?) [N 16 (1962)] III-2-3
omheinen afmaken: āfmākǝ (Baexem) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining tuin: tūn (Baexem) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] I-8
omhulsel van het teellid koker: kǭkǝr (Baexem) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omwalde akker hof: hōf (Baexem) Een akker welke omsloten is door een akkerwal, een brede gracht of door bossen. [N 11, 2e; N 11, 2f; N 27, 3b; A 10, 4; monogr.] I-8
onbelangrijk weinig: weinig (Baexem) weinig [DC 39 (1965)] III-4-4
onderbak onderbak: oŋǝrbak (Baexem) Onder de kar opgehangen laadvloertje. [N 17, 86] I-13