e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L324p plaats=Baexem

Overzicht

Gevonden: 1867
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebit gebit: gebaet (Baexem), gebēēt (Baexem) gebit [N 10a (1961)] III-1-1
gedrongen persoon knoest van een jongen: hae is ne knōēst van ne jong (Baexem), knoest van een kerel: hae is ne knōēst van ne kaerel (Baexem) gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)] III-1-1
gedrongen postuur gedrongen figuur: dae haet ein gedronge figuur (Baexem) gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)] III-1-1
gedrukt geduwd: gǝdȳtj (Baexem) Een slecht passend tuig - vooral het gareel bij het trekken - drukt door op de huid. Het paard krijgt drukwonden en vlekken. Vgl. het lemma ''witte vlekken'' (7.34). [N 8, 94b] I-9
geelgors gele schrijver: gaele sjriever (Baexem), gele schrijverd: gèle sjrievert (Baexem) geelgors [Roukens 03 (1937)] III-4-1
geerakker geer: gēr (Baexem), gīǝr (Baexem) Onder een geerakker wordt hier verstaan dat deel van een akker dat gerend geploegd moet worden als de akker niet de vorm van een rechthoek of een parallellogram heeft. De benaming voor dit onderdeel is niet zelden ook op de gerende akker in zijn geheel toepasselijk. Opgaven die duidelijk de (geometrische) vorm of een scherpe hoek van een akker bleken te betreffen, zijn in dit lemma echter niet opgenomen. Zie verder ook het volgende lemma. [N 11, 4b + 64; N 11A, 127 + 137f + 137g; N P, 1; A 33, 9 add.; A 33, 10; JG 1a + 1b; JG 2b-4, 7; monogr.] I-1
geeuwen gapen: gaape (Baexem), gape (Baexem) gapen [N 10 (1961)] III-1-2
gehemelte raak: raak (Baexem, ... ) gehemelte [raak, geemel] [N 10a (1961)] III-1-1
gehurkt zitten op een hukje zitten: op e huukske zitte (Baexem), op ein hūūkske zitte (Baexem) hurken, op zijn ~ zitten [op de huuke, op znen huik, op zn huiketjes zitte] [N 10 (1961)] III-1-2
geitenmelksepap geitenpap: Syst. WBD  geitepap (Baexem) Pap van geitemelk (mienekespap?) [N 16 (1962)] III-2-3