e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L324p plaats=Baexem

Overzicht

Gevonden: 1867
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koolrabisoep reubensoep: Syst. WBD  reubesop (Baexem) Rapensoep (reubesop) [N 16 (1962)] III-2-3
koorts koorts: korsə (Baexem) koorts [RND] III-1-2
koot kootbeen: kūtbęi̯n (Baexem) Het korte been onmiddellijk boven de hoef, zowel van de voor- als achterpoot. 1Het is één van de belangrijkste lichaamsdelen van het trekpaard. Zie afbeelding 2.25. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1, 32.2, 32.3, 32.7, 32.10, 32.14, 32.15 en 32.16] I-9
kop van de schoof kop: kǫp (Baexem) De bovenkant van de schoof, daar waar zich de aren bevinden. Zie afbeelding 7. [N 15, 21b; JG 1b] I-4
kopdorser dorsmachine: dǫrsmǝšin (Baexem), hekelmachine: hēkǝlmǝšin (Baexem) Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
kopen kopen: kaupe (Baexem) kopen (geen context) [DC 37 (1964)] III-3-1
koperwiek treklijster: trékliester (Baexem) koperwiek III-4-1
kopjeduikelen kuilekop schieten: kōēle kop schjete (Baexem) duikelen, voorover vallen [stulpe, stölpe] [N 10 (1961)] III-3-2
kopnet vliegengaren: [vliegengaren] (Baexem) Vliegennet dat alleen over het hoofd van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83a] I-10
koppelteugel, koppelstang koppelstang: kǫpǝlštaŋ (Baexem) Verbinding tussen de bitten van de paarden van een tweespan, of teugel die het haam van het bijdehandse paard (het paard dat bestuurd wordt) met het bit van het vandehandse paard (het rechtse paard van een twee- of driespan) verbindt. [N 13, 36] I-10