e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beegden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pafferig dik, opgeblazen van lijf opgeblazen (dik): opgeblaoze (Beegden) opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
pak, kostuum pak: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  ei noew pak (Beegden), pak (Beegden) pak [SGV (1914)] || pak [een nieuw ~] [SGV (1914)] III-1-3
paling, aal aal: aol (Beegden), geen verschil  oal (Beegden), z?? glaad es einen oal  oal (Beegden), zoo glaad es einen oal [verbindend boogje onder/tussen einen oal]  oal (Beegden) aal [SGV (1914)] || aal, paling [DC 10 (1941)] || paling [SGV (1914)] III-4-2
pandverbeuren pandspelen: pantjsjpele (Beegden) pandverbeuren [SGV (1914)] III-3-2
pannen schuren schuren: šūrə (Beegden) metaal met behulp van water en zand of andere schurende middelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)] III-2-1
pantoffel pantoffel: pantoeffele (Beegden) Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] III-1-3
pap pap: pap (Beegden, ... ) brij [SGV (1914)] III-2-3
papier papier: papeer (Beegden), ( - zoo geduldig wie --).  pampeer (Beegden) papier [SGV (1914)] III-3-1
papperig, opgeblazen persoon papzak: papzak (Beegden) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] III-1-1
parel parel: parel (Beegden), pêrel (Beegden) parel [SGV (1914)] III-1-3