e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beegden

Overzicht

Gevonden: 2005
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druipen van de regen druipen: (Bôône of ´rte druipe).  druipe (Beegden), uitzijpen: hê zeep oet van e rêigel (Beegden, ... ), hê ziëptj oet van e rêigel? (Beegden, ... ) droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)] III-4-4
druiventros druiventros: droevetròs (Beegden) druiventros [SGV (1914)] I-7
druk heen en weer lopen ijverig op en af lopen: ieferig op en aaf laupe (Beegden) lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)] III-1-2
drukte, gedoe gedoens: gedoons (Beegden) gedoente [SGV (1914)] III-1-4
druppel druppel: einen dröppel (Beegden) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] III-4-4
dubbeltje dubbeltje: ei dubbeltje (Beegden) dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
duif (alg.) duif: doef (Beegden) Duif [SGV (1914)] III-3-2
duif, algemeen duif: hê hêt völ doeve op zien daak  doef (Beegden) Duif [SGV (1914)] III-4-1
duim duim: doem (Beegden) duim [N 10 (1961)] III-1-1
duits duits: duits (Beegden) Duitsch [SGV (1914)] III-3-1