e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beegden

Overzicht

Gevonden: 2005
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleinzoon kleinzoon: kleinzoon (Beegden, ... ) kleinzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
klepel klepel: klêpel (Beegden) klepel [SGV (1914)] III-3-3
kletsen kletsen: Van Dale: kletsen, 1. (minacht.) praten of met elkaar spreken als iets hinderlijks of vervelends; -2. met of onder elkaar babbelen, beuzelpraatjes houden, hetzij ongunstig (wauwelen) of in neutrale bet., gemoedelijk praten; - in ongunstige zin spreken (over), ongegronde dingen zeggen, kwebbelen; [3.] overbrengen, oververtellen, klikken; 4. roddelen, kwaadspreken; -5. onzin verkopen, bazelen.  klĕtse (Beegden), wauwelen: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  wawele (Beegden) zwetsen [SGV (1914)] III-3-1
kletsen [snateren] snateren: sjnatere (Beegden) snateren [SGV (1914)] III-3-1
kletsen [zeveren] zeveren: zeivere (Beegden) zeveren [SGV (1914)] III-3-1
kletsen [zwetsen] zwetsen: Van Dale: zwetsen, luidruchtig en onbedachtzaam spreken, m.n. grootspreken, snoeven.  zjwetse (Beegden) zwetsen [SGV (1914)] III-3-1
kletswijf wauwelheks: wauwelhĕks (Beegden) klappei [SGV (1914)] III-3-1
klit klit: ziej [hange aan ein wie klèt  klèt (Beegden) klis (plant) [SGV (1914)] III-4-3
klomp klomp: houg klômpə (Beegden), klomp (Beegden), klômp (Beegden) Hoe noemt men de hiernaast afgebeelde houten voetbekleedsels ? (klompen) [DC 15 (1947)] || Hoe noemt mn een enkele van deze voetbekleedsels ? [DC 15 (1947)] || In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] II-12, III-1-3
klompschoen belgische klomp: belzjə klômpə (Beegden) Hoe noemt men deze voetbekleedsels, indien het bovengedeelte op de voet niet van hout, maar van leer is gemaakt ? [DC 15 (1947)] III-1-3