e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beegden

Overzicht

Gevonden: 2005
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ligger ligger: leqǝr (Beegden), ligger (Beegden) De onderste, stilliggende molensteen. [N O, 17d; A 42A, 32; N D, 6; Sche 48; Vds 86; Jan 120; Coe 97; Grof 118; monogr.] II-3
lijnzaad, vlaszaad lijzend: lēzǝntj (Beegden), lijzenszaad: lēzǝszǭt (Beegden) Linum usitatissimum L. Lijnzaad is de gebruikelijke naam voor het zaad van de vlasplant en, in verband met de olieproduktie, ook voor het gewas. Zie paragraaf 4.2 en in het bijzonder het lemma Vlas. Uit de gerepelde en gedorste zaadbollen wordt olie geslagen, de lijnolie; de overblijvende pulp is een gezocht veevoer. De vormen die hier zijn samengebracht onder de typen lijzend en lijzens zijn te beschouwen als varianten van lijzaad, met een bijzondere verzwaring van het eerste lid. Ze zijn als afzonderlijke typen behandeld vanwege de samenstellingen in dit lemma en in de volgende lemmaɛs. [S 22; Wi 18; monogr.; add. uit JG 1b; L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5
lijsterbes lijsterbes: -  liesterbes (Beegden) lijsterbes (Sorbus aucuparia) [DC 26 (1954)] III-4-3
lindeblad lindeblad: linjeblaad (Beegden) lindeblad [SGV (1914)] III-4-3
liniaal liniaal: liniaal (Beegden) liniaal [SGV (1914)] III-3-1
linnen, linnengoed lijnen: linǝ (Beegden) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
lip lip: luppe wie eine klomp  lŏp (Beegden) lip [SGV (1914)] III-1-1
lisdodde duivelskluppel: -  duvels kloppel (Beegden) lisdodde [DC 13 (1945)] III-4-3
litteken lijnteken: lienteiken (Beegden) litteken [SGV (1914)] III-1-2
loeren loeren: loere (Beegden) kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)] III-1-1