e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q019p plaats=Beek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
redcel redcel: redcel (Beek) Gewone werkbijcel die ontwikkeld wordt tot koninginnecel of moerdop, als het bijenvolk moerloos is geworden of dreigt te worden. Deze redcel of nooddop wordt midden op de raat gebouwd. [N 63, 26b; Ge 37, 50] II-6
regenjas regenjas: regenjas (Beek), vrouwluu regenjas (Beek) damesregenmantel [N 23 (1964)] || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)] III-1-3
regenpijpen regenpijpen: regepiepe (Beek) regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)] III-1-3
regenworm piering: perink (Beek), pērleŋ (Beek), pêringe (mv.) (Beek), pierling: eigen spellingsysteem  peerlink (Beek, ... ), worm: worm (Beek), wurm (mv.) (Beek), eigen spellingsysteem  worm (Beek) pier, aardworm || regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)] || worm, alg. III-4-2
reginakast reginakast: reginakas (Beek) Soort bijenkast. Volgens de informant van Q 15 kwam de Reginakast vroeger voor in de omgeving van Beek, Elsloo en Stein. De kast heeft ramen in zogenaamde koude bouw. De broedkamer en de honingkamer zijn meestal apart. De raammaten zijn doorgaans iets kleiner dan die bij de Simplexramen. De Reginakast is ontwikkeld door kapelaan Stassen te Geulle. [N 63, 9] II-6
reinigingsvlucht reinigingsvlucht: ręjnegeŋsvløx (Beek) Vlucht die de bijen ondernemen om de uitwerpselen uit hun lichaam te verwijderen. In de winter hopen zich de onverteerbare resten van het voedsel op in de endeldarm. Wanneer de grens van het zich ophopen is bereikt, dan moeten de bijen zich ontlasten. Zodra de temperatuur na de winter voor het eerst weer 8 à 10 oC is geworden, vliegen de bijen uit om zich van het opgespaarde vuil te ontdoen. [N 63, 56a; Ge 37, 195] II-6
reisraam reisraam: ręjsrām (Beek), reisrooster: ręjsroastǝr (Beek) Een in een houten rand gevat stuk metaalgaas. Dit reisraam vervangt de dekplank bij het verplaatsen van bijenvolken en dient als ventilatiemogelijkheid. Dekplanken en daken van de kasten worden dan apart vervoerd. Staan de kasten op de reisplaats, dan wordt het reisraam of gaasvenster weggenomen en de dekplank komt weer op zijn plaats. [N 63, 10f] II-6
reizen reizen: ręjzǝ (Beek) Vervoeren en verplaatsen van bijenvolken naar vruchtbare drachtgebieden zoals heide en koolzaadakkers. Wanneer men geen of geen goed drachtvelden in de buurt heeft, zal men de bijenvolken verhuizen naar de goede drachtvelden met kar, bijenwagen, vrachtwagen, hondskar of kruiwagen. Zowel korf- als kastimker reizen de bloemen achterna om de nodige honing te kunnen verzamelen. Het reisvaardig maken van de korven vereist minder werk dan dat van de meeste kasten. Maar het reizen moet met zorg gebeuren, bij voorkeur ''s nachts en met het vlieggat gesloten. [N 63, 103a; N 63, 103b; Ge 37, 167; monogr.] II-6
relikwie relikwien: relekwieen (Beek) De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)] III-3-3
rest in het glas klatsje: kletske (Beek), klètsjke (Beek) restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)] III-2-3