e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q019p plaats=Beek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voer voer: fōr (Beek) Veevoer. De samenstelling van dit voer is vevarieerd. Afval van hooi en stro, wortels van gras en graan, soorten zaad, zemelen en meel kunnen ingrediënten zijn. [N 5A II, 64a en 64b; RND 97; S 41; L 28, 45; JG 1d; monogr.] I-11
voerbak voerbak: vōrbak (Beek) Voerbak met voer voor de bijen. In plaats van hun natuurlijk voedsel, de honing, krijgen de bijen als bijvoeding in de winter een oplossing van geraffineerde kristalsuiker toegediend. De voerbak kan verschillende vormen en plaatsen in de kast aan- en innemen. Het simpelst is wel een doodgewone honingpot met een druk- en schroefdeksel waarin een paar kleine gaatjes zijn geslagen en die ondersteboven op de opening van de dekplank wordt gezet. Men heeft ook zogenaamde voederramen, die de plaats van een of twee gewone ramen innemen en het voedsel als het ware tegen de bijentros aanbrengen. Verder kent men de voederballon, het Perfect-voederglas en de hevelvoeder (De Roever, pag. 220-221. [N 63, 10g; N 63, 5e; JG 1a; Ge 37,32] II-6
voering, voeringstof voering: vōreŋ (Beek) Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.] II-7
voerman voerman: vōrman (Beek) Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
voet voet: voot (Beek) Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)] III-1-1
voetbalwedstrijd wedstrijd: wedstrijd (Beek) Voetbalwedstrijd. III-3-2
voetenbankje voetenbankje: vootebenkske (Beek) Het bankje om de voeten op te zetten [vootebenkske?]. [N 96A (1989)] III-3-3
vogel, algemeen vogel (enk.): vōgəl (Beek) vogel III-4-1
vogelverschrikker vogelverschrikker: vogelversjrikker (Beek) kruis met lappen in de gedaante van een pop om vogels af te schrikken [DC 26 (1954)] I-7
voile voile (fr.): voile (Beek) lichte sluier die van een dameshoed afhangt [voile, vool, voel] [N 86 (1981)] III-1-3